Artikelen © Diana Vernooij 2008

terug naar Artikelen

Kwartaalblad Boeddhisme 51, lente 2008

Van kwelgeest tot bondgenoot

Verlangen heeft geen beste naam in het Boeddhisme. Het is de eerste van de drie vergiften die ons lijden veroorzaken. Hedendaagse boeddhisten zien ook de bevrijdende kanten van het verlangen. Met genieten en verlangen is niets mis, zo lang het maar geen obsessie wordt. Diana Vernooij zet leer en interpretatie uiteen.

Het leven lijkt een liedje van verlangen. We verlangen naar geluk en denken dat te verwerkelijken met een maatschappelijke carrière, aanzien en een geweldige partner. Daarom studeren we, werken we en verdienen we geld. Ons verlangen is de oorzaak om dingen te ondernemen, om boven onszelf uit te stijgen en om steeds weer achter iets nieuws aan te gaan. En weerzin is er het omgekeerde van. Net als verlangen is weerzin een drijfveer: we willen het leven niet zoals het nu is. We willen het anders. We willen kwijt wat we hebben. En zo slalommen we om de klippen van ons leven heen, weg van het een, op zoek naar het ander. Worden we daar echt gelukkig van?

Drijfveren
De Boeddha leerde dat deze twee drijfveren, verlangen en weerzin of afkeer, juist de oorzaak van het lijden of ongemak in ons bestaan zijn. We nemen verlangen en weerzin ten onrechte te serieus. We denken dat we geluk nastreven maar doen eigenlijk precies het tegenovergestelde. Door achter ons verlangen aan te rennen weg van onze afkeer, veroorzaken we juist ons eigen lijden. Pas als we openstaan voor het hier en nu, pas als we de realiteit van ons bestaan accepteren zoals die is, is geluk mogelijk. Maar onze begeerte en onze weerzin zijn sterk. We blijven maar denken dat het bezit van een mooiere auto of groter huis (of wat dan ook) ons gelukkig zal maken. Er is een Rupsje Nooitgenoeg in onze geest aan het werk, die hoopt ooit eens zoveel gegeten te hebben dat zij zich vanzelf tot een mooie vlinder ontpopt.
De klassieke boeddhistische psychologie, de Abhidhamma, noemt verlangen als de eerste van drie onheilzame wortels van ons bewustzijn. Denk daarbij aan alle varianten van verlangen: van heftige passie of begeerte tot subtiele gevoelens van genot en gehechtheid. De tweede soort onheilzame wortel is haat. En dat omvat ook afkeer, angst, weerzin en woede. En dan is er nog ‘spirituele’ onwetendheid. Haat en verlangen gaan altijd met onwetendheid gepaard. Zie hier de drie vergiften, zoals ze ook wel worden genoemd, van het Boeddhisme. De drie vergiften verwijderen ons van het leven zoals het is (zie kader).

Leefregels
Het boeddhisme biedt voor het beëindigen van het lijden een pad van acht juiste leefregels en vooral biedt het meditatie als concrete beoefening om tot inzicht te komen. Door met goede intenties je daden te verrichten slijt je een heilzaam patroon in je bestaan.
Veel boeddhistische leraren gaan voor verzaking van het verlangen. Ze vragen: waarom zou je het aangename zoeken als dat juist de oorzaak van het lijden is? Daardoor lijkt het alsof er maar twee wegen zijn: toegeven aan begeerte of het verlangen radicaal uitroeien. De Dalai Lama ziet nog meer wegen die in de drie boeddhistische tradities zijn uitgewerkt: “In de vroege boeddhistische tradities werd het verlangen gezien als een vergif dat men diende te mijden. De latere mahayana-visie leerde dat het vergif niet moest worden gemeden maar met het juiste tegengif moest worden behandeld. In het tantra-onderricht wordt de begeerte juist gezien als een bijzonder krachtige transformerende energie die gebruikt kan worden op het pad naar ontwaken, zoals pauwen in het oerwoud naar bepaalde giftige platen zoeken en die omvormen tot de schitterende kleuren van hun staartveren.”
Zenlerares Joko Beck ziet de oplossing van het lijden in het pure ervaren van de pijnlijke gebeurtenis, je er niet van te verwijderen. Door met onverdeelde aandacht te ervaren wat zich in je voordoet, zonder het te beoordelen, te versterken of te bestrijden, smelt de verkramping van verlangen en haat vanzelf weg. ‘Onze verantwoordelijkheid’, zegt ze, ‘ligt niet in het veranderen maar in het ervaren van de werkelijkheid van ons leven zoals het is.’ Aandacht voor alles wat er aan gedachten, opvattingen en emoties in je opkomt, zonder oordeel. Meditatie brengt je tot ware wijsheid. Deze wijsheid zorgt dat begeerte plaats maakt voor vrijgevigheid en dat vriendelijkheid haat oplost om zo de betovering van Rupsje nooitgenoeg te verbreken.

Bondgenoot
Het steeds meer willen is echter hardnekkig. Ook van boeddhistische beoefening verwachten we dat ze onze fantasieën en verlangens waarmaakt. We willen sereen worden, rust uitstralen, indruk maken, gelukkig zijn. De rommel van pijn en verwarring moet opgeruimd worden: spiritueel materialisme heeft Tibetaans leraar Chögyam Trungpa dat genoemd. We nemen de werkelijkheid dus niet zoals ze is.
Beoefening is echter geen zoektocht naar geluk. Joko Beck: ‘beoefening is juist bij datgene zijn, dat de reden van die zoektocht is: onzekerheid, verdriet. Dat is een omkering.’ Zeggen dat je niet kunnen oefenen omdat je het te druk hebt of lastig gevallen bent, laat zien dat je niet begrijpt wat beoefening is. Beoefening is het te druk hebben, lastig gevallen worden – alleen maar dat te ervaren en er niets aan toe te voegen, geen gedachte, geen verklaring, geen oorzaak – niets. Er ontstaat een ongekende ruimte wanneer we de slaafse gehoorzaamheid, aan alle manieren die we hebben bedacht om pijn uit de weg te gaan, opgeven.
‘Verlangen is datgene wat in ons gewone bestaan de bevrijding het meest dicht benadert’, aldus Mark Epstein, boeddhist en psychiater uit New York. In zijn laatste boek Vol Verlangen zet hij de spirituele kracht van verlangen, begeerte en hartstocht uiteen. Met verlangen is er niks mis alleen met het vastklampen dat onlosmakelijk aan begeerte verbonden lijkt te zijn, onstaat er een probleem. We hoeven het verlangen niet uit te roeien om tot inzicht en bevrijding te komen. Slechts het vastklampen beëindigen is voldoende om een nieuw pad naar kracht en intimiteit in te slaan!
Epstein betrekt Freud bij zijn bewering wanneer hij zegt dat de niet te overbruggen kloof tussen verlangen en bevrediging zowel onze cultuur als tegelijkertijd onze gevoelens van onbehagen heeft voortgebracht. Freud heeft laten zien dat verlangen nooit helemaal uit te bannen èn nooit helemaal te verzadigen is. Als een koppig en onbedwingbaar kind drijft het ons voorwaarts al brengt het niets dan lijden teweeg. Het verlangen wordt nooit gestild en in onze jacht op genoegens zijn we bereid vreemde capriolen uit te halen.
Het uiteindelijke doel van verlangen ziet Epstein in het opheffen van het vastklampen. Datgene dat we als bitter ervaren in het verlangen ligt juist in ons eigen vastklampen. We hunkeren naar één bepaalde uitkomst die we zelf hebben bedacht. Dit verschil tussen de manier waarop we de dingen waarnemen en zoals ze werkelijk zijn, is de grondslag van onze strijd met het verlangen. Het verlangen doet zich voor als een verstorende tegenstander. Als we echter leren te stoppen met die strijd kan het verlangen een geweldige leermeester zijn, in plaats van een kwelgeest. Er is dus een derde weg tussen toegeven aan begeerte of het radicaal uitroeien. Die weg is cruciaal: accepteren dat geen enkele ervaring volmaakt bevredigend is.

Smelten
Tijdens meditatie maak je je eigen verlangen tot object van contemplatie. Als we onbehagen kunnen accepteren als noodzakelijk, als we de ongrijpbaarheid van het verlangen leren waarderen als een onontkoombaar aspect van het verlangen, dan geeft het zicht op de ware aard van het zelf. Door het te observeren wordt je niet langer meer gedreven door verlangens, het vastklampen kan wegsmelten.
Zonder vastklampen is het verlangen een vitale kracht die aanzet tot volledig genieten. Deze kracht maakt ons tot individu en spoort ons tegelijkertijd aan om contact te maken onbekende werelden, met andere mensen. Het verlangen trekt je naar buiten toe, weg uit jezelf en in het contact. Tegelijk trekt het je dieper in jezelf. Het nodigt je uit om het meest diep verborgene uit jezelf te laten komen. In elke verlangen zit die drang naar zelfoverstijging, het los komen van de kleinheid van je ego. Verlangen is zo gezien een prachtige bondgenoot op weg naar verlichting.


Onheilzame drijfveren
In de naaf van het boeddhistische levenswiel zitten de drie vergiften, oorzaak van ons lijden:

Heilzame drijfveren
De drie tegengiften lossen de oorzaak van ons lijden op:

Drie vormen van dorst of verlangen